In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van de eerdere vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant en het arrest van het hof. De advocaat van eiser, E.J.H. Zandbergen, heeft gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem, die tot verwerping van het cassatieberoep strekt. De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. Dit oordeel is niet gemotiveerd, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder, Alfa Commercial Finance B.V., zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 4 februari 2022 en openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff. De zaak betreft belangrijke juridische vragen over borgtocht, nadere afspraken met opschortende voorwaarden, en de verdeling van stelplicht en bewijslast in civiele procedures.