ECLI:NL:HR:2022:1102

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
21/02628
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van ABN AMRO Bank N.V. tegen verstek verleende verwerders in vrijwaringszaak

In deze zaak heeft ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN AMRO) beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam in een vrijwaringszaak. De zaak betreft een conservatoir beslag dat ten behoeve van ABN AMRO is gelegd, waarbij ten onrechte een laptop van een derde is meegenomen en na afloop van het beslag niet is teruggegeven. ABN AMRO heeft de bank aangesproken tot schadevergoeding en vordert vrijwaring door de deurwaarder en sekwester. De Hoge Raad heeft de klachten van ABN AMRO over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en ABN AMRO veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verwerders zijn begroot op nihil. Het arrest is gewezen op 15 juli 2022 door de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/02628
Datum15 juli 2022
ARREST
In de zaak van
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: ABN AMRO,
advocaat: F.E. Vermeulen,
tegen
1. [verweerder 1] ,
wonende te [woonplaats] , België,
2. [verweerder 2] ,
wonende te [woonplaats] , België,
3. [het gerechtsdeurwaarderskantoor] B.V.-B.A.,
gevestigd te [vestigingsplaats] , België,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders] ,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/13/622901 / HA ZA 17-108 van de rechtbank Amsterdam van 22 augustus 2018;
het arrest in de zaken 200.248.180/01 (hoofdzaak) en 200.250.557/01 (vrijwaringszaak) van het gerechtshof Amsterdam van 15 december 2020.
ABN AMRO heeft tegen het arrest van het hof in de vrijwaringszaak beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerders] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt in de vrijwaringszaak tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt ABN AMRO in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
15 juli 2022.