In deze zaak hebben de eisers, Marsare B.V. en Fortaleza B.V., beiden gevestigd te Amsterdam, cassatie ingesteld tegen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een pand, dat niet verschenen is in de procedure. De Hoge Raad heeft op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, die volgde op een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 april 2021. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest, waarbij de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de VvE zijn begroot op nihil.