In deze zaak heeft Baker Tilly (Netherlands) N.V., gevestigd te Rotterdam, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 maart 2021. Baker Tilly, vertegenwoordigd door advocaten P.A. Fruytier, H. Boom, L.M. van Ringelestijn, en Enki-Ptah Respect SRO, gevestigd te Nitra, Slowakije, vertegenwoordigd door advocaat M.S. van der Keur, zijn betrokken in een geschil over aansprakelijkheid in het kader van advisering bij een herstructurering. De Hoge Raad heeft de klachten van Baker Tilly over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van Baker Tilly verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Enki zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 15 juli 2022.