ECLI:NL:HR:2022:1082

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
21/02336
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van belastingadvies- en accountantskantoor bij herstructurering

In deze zaak heeft Baker Tilly (Netherlands) N.V., gevestigd te Rotterdam, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 maart 2021. Baker Tilly, vertegenwoordigd door advocaten P.A. Fruytier, H. Boom, L.M. van Ringelestijn, en Enki-Ptah Respect SRO, gevestigd te Nitra, Slowakije, vertegenwoordigd door advocaat M.S. van der Keur, zijn betrokken in een geschil over aansprakelijkheid in het kader van advisering bij een herstructurering. De Hoge Raad heeft de klachten van Baker Tilly over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van Baker Tilly verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Enki zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 15 juli 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/02336
Datum15 juli 2022
ARREST
In de zaak van
BAKER TILLY (NETHERLANDS) N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Baker Tilly,
advocaten: P.A. Fruytier en H. Boom,
tegen
ENKI-PTAH RESPECT SRO,
gevestigd te Nitra, Slowakije,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Enki,
advocaat: M.S. van der Keur.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/08/200403/HAZA 17-164 van de rechtbank Overijssel van 11 april 2018;
de arresten in de zaak 200.245.952 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 december 2019 en 2 maart 2021.
Baker Tilly heeft tegen het arrest van het hof van 2 maart 2021 beroep in cassatie ingesteld.
Enki heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten; voor Baker Tilly mede door L.M. van Ringelestijn en voor Enki mede door D.M. de Knijff.
De conclusie van de Advocaat-Generaal in buitengewone dienst F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van Baker Tilly hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Baker Tilly in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Enki begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
15 juli 2022.