Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
12 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 oktober 2020. De verdachte, geboren in 1989, was betrokken bij het medeplegen van oplichting en witwassen. Dit gebeurde door samen met een hypotheekadviseur een hypothecaire geldlening te verkrijgen met een valse inkomensverklaring, waarmee een woning werd verworven. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte beoordeeld, waarbij de advocaat A.A. Franken de verdediging voerde. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.