ECLI:NL:HR:2021:799
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 mei 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerenveen tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, waarin een verzoek van belanghebbende om een veroordeling in de proceskosten werd behandeld. Het College, vertegenwoordigd door J.H. van Gelderen, heeft een middel voorgesteld in cassatie, terwijl belanghebbende, vertegenwoordigd door M. Lagas, een verweerschrift heeft ingediend. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van het middel niet noodzakelijk was voor de ontwikkeling van het recht. In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard en het College veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1.068 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens is er een griffierecht van € 532 geheven van het College.