In deze zaak heeft [de opdrachtgeefster] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een overeenkomst tot levering en installatie van een lichtplan, waarbij de vraag aan de orde is of er sprake is van deugdelijke nakoming van deze overeenkomst. De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en [de opdrachtgeefster] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op nihil. Het arrest is gewezen op 16 april 2021 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.