Uitspraak
5.Het tussenarrest van 19 februari 2019
6.Het verdere verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
Tijdens het bezoek heeft [roepnaam van de mede-eigenaar van de vennootschap 1] (hof: [mede-eigenaar van de vennootschap 1] ) de lichtsterkte in de fabriek opgemeten en dat bleek ongeveer 250 lux te zijn. (…)“Voor plan A, 500 lux boven het machinepark, ontving ik een offerte van ongeveer 16.000 euro. Telefonisch hebben [roepnaam van de mede-eigenaar van de vennootschap 1] en ik toen onderhandeld en is dit bedrag afgerond op 15.000 euro. (…) We hebben gedaan wat wij oorspronkelijk van plan waren, namelijk het machinepark twee keer zo licht maken. (…) U houdt mij het voorblad van het lichtplan van 13 juli 2016 (productie 4 bij memorie van grieven) voor. U vraagt mij of dit voorblad voor mij duidelijk was. Dat was voor mij duidelijk, daarop stond vermeld dat het machinepark 500 lux zou zijn.”
”een bak licht of twee keer zoveel licht”, alsmede dat de gebruikte termen haar toentertijd niets zeiden. Daarbij is van belang dat zij als getuige heeft verklaard niet overal bij te zijn geweest maar als een gesprek aan de spreektafel in het kantoor plaatsvond dan keek zij met een schuin oog mee. Haar bureau bevindt zich op korte afstand binnen het gezichtsveld en op gehoorafstand van de spreektafel.
“Dit voorblad is eenmalig opgesteld. En bij het definitieve lichtplan is het voorblad en optie 3 blijven staan. daarover is mijns inziens ten onrechte een discussie ontstaan.”