ECLI:NL:HR:2021:1463

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
20/03481
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de uitleg van vaststellingsovereenkomsten en procedure na cassatie en verwijzing

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 juli 2020. Verweerder, wonende te [woonplaats], is niet verschenen en er is verstek verleend. De Advocaat-Generaal G. Snijders heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder zijn arrest van 8 februari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BY2581) en de arresten van het hof van 7 mei 2019 en 28 juli 2020. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad is van oordeel dat het niet nodig is om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft vervolgens het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 8 oktober 2021.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/03481
Datum8 oktober 2021
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: K. Aantjes
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding verwijst de Hoge Raad naar:
zijn arrest tussen partijen in de zaak ECLI:NL:HR:2013:BY2581 van 8 februari 2013;
de arresten in de zaak 200.233.476 van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 mei 2019 en 28 juli 2020.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof van 28 juli 2020 beroep in cassatie ingesteld. Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.J.P. Lock, als voorzitter, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
8 oktober 2021.