Uitspraak
wonende te [woonplaats],
Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
17 september 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Het hof had op 25 maart 2021 een arrest gewezen in de zaak met nummer 200.287.412/01, dat volgde op een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 10 december 2020. De Hoge Raad heeft de klachten van verzoeker over het arrest van het hof beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en geoordeeld dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel is gegeven zonder verdere motivering, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft op 17 september 2021 het beroep verworpen.