ECLI:NL:HR:2021:1184
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door V. Quacken. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 oktober 2020, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Hof van 25 februari 2020 werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op 16 juli 2021.