ECLI:NL:HR:2021:1147

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
15 juli 2021
Zaaknummer
20/03786
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in een zaak betreffende ondercuratelestelling en mentorschap met betrekking tot proportionaliteit en subsidiariteit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de vader van een ondercuratelestelde. De vader, die als verzoeker tot cassatie optrad, was het niet eens met de beschikking van het hof, waarin de ondercuratelestelling en het mentorschap waren vastgesteld. De advocaat van de vader, J.C. Zevenberg, heeft het cassatierekest ingediend, dat aan de beschikking was gehecht. De curator en de moeder, die als verweerders in cassatie optraden, zijn niet verschenen en hebben geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten van de vader over de beschikking van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft uiteindelijk besloten het beroep te verwerpen, waarmee de beschikking van het hof in stand bleef.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/03786
Datum16 juli 2021
BESCHIKKING
in de zaak van
[de vader],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de vader,
advocaat: J.C. Zevenberg,
tegen
1. [de curator] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna: de curator en de moeder,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak 8035101 OV VERZ 19-5929 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 oktober 2019;
de beschikking in de zaak 200.271.214/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 augustus 2020.
De vader heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator en de moeder hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.H. Sieburgh, als voorzitter, en H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
16 juli 2021.