Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting in hoger beroep van 6 november 2019 houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
“De voorzitter stelt de identiteit van de ter terechtzitting aanwezige verdachte vast op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
(...)
Als raadsman van de verdachte is - op grond van de beslissing ex artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering - ter terechtzitting aanwezig mr. J.B. Boone, advocaat te Wijk bij Duurstede.
(...)
De voorzitter maakt melding van een aan het gerechtshof gerichte brief van de verdachte van 8 september 2019, in welke brief de verdachte aangeeft dat de samenwerking met mr. J.B. Boone is beëindigd.
De voorzitter deelt mede dat het hof op 15 augustus 2019 een beslissing ex artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering op naam van mr. J.B. Boone heeft afgegeven, zodat laatstgenoemde - in het geval dat de verdachte zich niet langer wenst te laten bijstaan door mr. Boone en hij zijn eigen verdediging wenst te voeren - als procesbewaker dient op te treden.
De voorzitter merkt op dat mr. Boone zijn toga niet draagt en hij op de publieke tribune van de zittingszaal heeft plaatsgenomen.
De verdachte legt op vragen van de voorzitter een verklaring af, inhoudende:
(...)
Daartoe in de gelegenheid gesteld door de voorzitter deelt de advocaat-generaal mede dat mr. J.B. Boone niet in de zittingszaal aanwezig is.
Het hof onderbreekt daarop het onderzoek. Na hervatting van het onderzoek stelt de voorzitter vast dat mr. Boone inmiddels weer in de zittingszaal aanwezig is.
(...)
De verdachte legt op vragen van de voorzitter met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde een verklaring af, inhoudende:
(...)
De verdachte legt op vragen van de voorzitter en de jongste raadsheer met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde een verklaring af, inhoudende:
(...)
Daartoe in de gelegenheid gesteld door de voorzitter deelt mr. Boone mede dat hij de zittingszaal om 14:30 uur dient te verlaten.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor beraad. Na hervatting van het onderzoek verklaart de verdachte:
Ik wil niets meer naar voren brengen. Ik zou in herhaling vallen.
(...)
Na hervatting van het onderzoek om 13:45 uur deelt de voorzitter mede dat - mocht mr. J.B. Boone de zitting vroegtijdig verlaten - zulks in het proces-verbaal zal worden opgenomen.
Met betrekking tot zijn persoonlijke omstandigheden legt de verdachte een verklaring af, inhoudende:
(...)
Ik wil weg. Ik heb geen behoefte om het requisitoir van de advocaat-generaal aan te horen. Ik ben er helemaal klaar mee.
De voorzitter vraagt de verdachte of hij op dit moment - gelet op de ontstane situatie - gebruik wil maken van zijn recht het laatst te spreken. De verdachte verklaart:
Mijn laatste woord is het gedicht van Ida Gerhardt waar ik zojuist naar verwezen heb. Ik ben er zo klaar mee.
(...)
De verdachte verlaat de zittingszaal onder begeleiding van de parketpolitie.
Mr. Boone verlaat eveneens de zittingszaal.
De advocaat-generaal voert hierna het woord overeenkomstig zijn overgelegde en in het procesdossier gevoegde schriftelijke requisitoir en draagt de vordering voor.
(...)
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede dat uitspraak zal worden gedaan ter openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 november 2019 te 13.30 uur.”