Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 20 september 2018 houdt onder meer het volgende in:
“De verdediging heeft de DVD met de beelden ontvangen.
De raadsvrouw voert aan:
Ik doe een verzoek om de beelden te tonen. Op het tweede beeld, vanaf 00.16 uur, is te zien dat cliënt in de nekklem wordt gelegd en zich niet verzet.
De voorzitter merkt op dat het hof de beelden heeft bekeken:
Er is niet te zien of er al dan geen verzet is geweest omdat dit onderdeel zich achter een motorkap afspeelt.
De oudste raadsheer merkt op:
Er is een beweging te zien maar geen nekklem. Zo moeten de beelden worden geduid. Je kan iets een nekklem noemen zonder dat het een nekklem is. Verdachte wordt van achteren benaderd. Er gaat een linkerhand over zijn schouder. De rechterhand is niet goed te zien. De beschrijving van de handelingen is correct door de agenten weergegeven.
De verdachte reageert:
De manier waarop ik ben aangevallen door de agenten is door middel van een nekklem geweest.
De voorzitter deelt na beraad namens het hof mee:
De feiten zijn helder. U kunt vertellen over uw beleving en wat u daarbij voelde en heeft ervaren.
Het hof acht het op dit moment niet noodzakelijk om de beelden ter zitting te bekijken. Het verzoek daartoe wordt daarom afgewezen.
(...)
De verdachte verklaart:
Mijn ene broertje werd in de boeien geslagen en mijn andere broertje werd door een agent meegenomen en hij kreeg van die agent een vuistslag in het gezicht.
Ik ben daarom gaan filmen. Ik heb nog gevraagd aan de vrouwelijke agent of ik mocht filmen. Dat mocht. Zij pakte toen ook haar telefoon.
Ik liet mijn sleutels en pakje sigaretten vallen. En ik wilde dat oppakken. Volgens mij zei de agent toen dat ik de spullen niet mocht oppakken. Op het moment dat ik dat toch doe, word ik aangevlogen door die andere agent.
Ik weet nog dat er een discussie was over wel of niet oppakken. Ik heb voor zover ik me kan herinneren niets gezegd. Ik heb niet gescholden. Ik heb zeker geen woorden met kanker gebruikt. Dat zal ik nooit doen.
Ik ben aangevallen. Ik kreeg een nekklem en werd gesmoord. Er werd pepperspray gebruikt. Ik werd tegen de grond gewerkt.
Ik kan dan mijn arm niet bewegen omdat er een beer van een kerel op mij zit.
Wat kan ik inbrengen tegen een grote agent die getraind is? Ik kon mij niet verzetten. Hij zat met zijn knie in mijn rug. Ik greep naar zijn arm om lucht te kunnen krijgen en niet om me te verzetten.
Aanleiding voor dit alles was een lange discussie bij de kassa omdat wij geld wilden wisselen en de caissière dat niet wilde.
Ik heb enkel gevraagd of ik geld kon wisselen en verder heb ik het daar bij gelaten. Mijn broertjes gingen daar verder op in. Ik besef dat de caissière haar werk moet doen.
De raadsvrouw merkt op:
Op de camerabeelden is te zien dat de caissière het broertje een duw geeft. Dat broertje wil dan naar buiten maar moet binnen blijven.
(...)
De raadsvrouw voert het woord tot verdediging en pleit als volgt:
Cliënt is niet schuldig aan de strafbare feiten die hem ten laste zijn gelegd.
Met betrekking tot feit 1 merk ik op dat uit het hele dossier ademt hoe de verbalisanten niet eerlijk zijn over hoe het die dag is gegaan ten aanzien van de aanhouding van cliënt.
De camerabeelden laten iets heel anders zien dan door de verbalisanten is gerelateerd in het proces-verbaal.
Daardoor zijn hun verklaringen ook niet geloofwaardig met betrekking tot de feiten 2 en 3. De broertjes van cliënt hebben dat ook bevestigd.
Er is mijns inziens geen sprake van een gegeven bevel. Verbalisant [verbalisant 1] houdt cliënt op afstand. Verbalisant heeft gezegd dat cliënt zijn sleutels later maar moet oppakken. Client maakt toch bewegingen naar voren om de sleutels te pakken. Mijns inziens was er toen geen sprake van een gegeven bevel.
Cliënt heeft ook de opschudding niet veroorzaakt. Hij heeft voldoende afstand gehouden en dat is ook te zien op de camerabeelden.
Het is opmerkelijk dat de beelden op de telefoon van cliënt zijn gewist. Cliënt kreeg de telefoon leeg terug. Deze beelden hadden duidelijkheid kunnen verschaffen.
Verbalisant [verbalisant 2] loopt richting cliënt met versnelde pas en pakt hem bij de nek. [verbalisant 2] is een grote man. Hij pakt cliënt van de achterkant vast en werkt hem tegen de grond.
Uit schrik reageert cliënt. Hij pleegt geen verzet.
(...).
Primair bepleit ik vrijspraak voor alle feiten.”