ECLI:NL:HR:2020:989
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in bestuursrechtelijke zaak tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 mei 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 9 januari 2020, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Overijssel werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 mei 2020.