ECLI:NL:HR:2020:948
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J. Koopman
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingaanslagen en machtiging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 mei 2020 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door [X] te [Z] tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 januari 2020. Het beroep in cassatie was gericht tegen de aan [X] opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor het jaar 2014. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de indiener van het beroepschrift niet de vereiste machtiging had overgelegd om namens [X] het beroep in cassatie in te stellen. De griffier van de Hoge Raad had de indiener verzocht om binnen zes weken een bewijsstuk over te leggen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor concludeert de Hoge Raad dat de indiener niet bevoegd was om het beroep in cassatie in te stellen. De Hoge Raad heeft daarom het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.