ECLI:NL:HR:2020:833

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
7 mei 2020
Zaaknummer
19/03771
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over het recht van eerste koop van onroerende zaken en de uitleg van overeenkomsten

In deze zaak hebben de eisers tot cassatie, gezamenlijk aangeduid als [Voorkeursgerechtigden], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 mei 2019. De eisers zijn vertegenwoordigd door advocaat J. van Weerden. De verweerder in cassatie, aangeduid als [Eigenaresse], is niet verschenen en er is verstek verleend. De Advocaat-Generaal W.L. Valk heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de eisers schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in feitelijke instanties in acht genomen, waarbij verwezen wordt naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder die van de kantonrechter te Almelo en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 8 mei 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/03771
Datum8 mei 2020
ARREST
In de zaak van
1. [Voorkeursgerechtigde 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Voorkeursgerechtigde 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [Voorkeursgerechtigden],
advocaat: J. van Weerden,
tegen
[Eigenaresse],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [Eigenaresse],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/08/179583/HA ZA 15-628 van de kantonrechter te Almelo van 10 februari 2016 en 1 juni 2016;
de arresten in de zaak 200.198.121 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 april 2018 en 14 mei 2019.
[Voorkeursgerechtigden] hebben tegen het arrest van het hof van 14 mei 2019 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [Eigenaresse] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [Voorkeursgerechtigden] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [Voorkeursgerechtigden] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [Eigenaresse] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
8 mei 2020.