ECLI:NL:HR:2020:830

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 mei 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
19/00459
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over proceskostenveroordeling in het kader van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen

In deze zaak heeft Heraeus Medical GmbH (hierna: Heraeus) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een proceskostenveroordeling op basis van artikel 1019ie van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat is ingevoerd bij de Wet bescherming bedrijfsgeheimen. Heraeus, vertegenwoordigd door advocaat F.E. Vermeulen, heeft het hof verzocht om het arrest te herzien, terwijl de verweerders, gezamenlijk aangeduid als Biomet c.s., vertegenwoordigd door advocaat T. Cohen Jehoram, een verweerschrift hebben ingediend.

De Hoge Raad heeft de klachten van Heraeus beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 RO. De Hoge Raad heeft ook de vordering van Biomet c.s. tot veroordeling van Heraeus in de proceskosten beoordeeld. Biomet c.s. vorderden een bedrag van € 19.980,50, maar de Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling toe te kennen zoals bedoeld in artikel 1019ie Rv.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Heraeus verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 1 mei 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/00459
Datum1 mei 2020
ARREST
In de zaak van
HERAEUS MEDICAL GMBH,
gevestigd te Wehrheim, Duitsland,
EISERES tot cassatie,
hierna: Heraeus,
advocaat: F.E. Vermeulen,
tegen
1. BIOMET GLOBAL SUPPLY CHAIN CENTER B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
2. ZIMMER BIOMET NEDERLAND B.V., als rechtsopvolger onder algemene titel van Biomet Europe B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
3. BIOMET HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
4. ZIMMER EUROPE HOLDINGS B.V., in liquidatie,
gevestigd te Amsterdam,
5. ZIMMER BIOMET ASIA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: Biomet c.s.,
advocaat: T. Cohen Jehoram.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/10/516787/KG ZA 16-1449 van de rechtbank Rotterdam van 13 maart 2017;
het arrest in de zaak 200.215.824/01 van het gerechtshof Den Haag van 4 december 2018.
Heraeus heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Biomet c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De klachten van het middel kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).

3.Proceskosten

3.1
Biomet c.s. vorderen veroordeling van Heraeus in de proceskosten, te begroten op de voet van art. 1019ie Rv, tot een bedrag van € 19.980,50. Heraeus verzet zich tegen toepassing van art. 1019ie Rv.
3.2.1
Art. 1019ie Rv is ingevoerd bij de Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb). [1] Het voorschrift verleent de rechter de bevoegdheid een proceskostenveroordeling uit te spreken als daarin bedoeld, maar verplicht hem daartoe niet.
3.2.2
In het midden kan blijven of art. 1019ie Rv, in werking getreden op 23 oktober 2018, [2] van toepassing is op de onderhavige, nadien aangevangen cassatieprocedure en of het zich uitstrekt tot een vordering of verzoek op de voet van art. 843a Rv van een partij die haar wederpartij beticht van het schenden van bedrijfsgeheimen, nu de Hoge Raad, ook indien dat alles het geval is, in deze zaak geen aanleiding ziet tot toekenning van een proceskostenveroordeling als in art. 1019ie Rv bedoeld.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Heraeus in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Biomet c.s. begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
1 mei 2020.

Voetnoten

1.Wet van 17 oktober 2018, Stb
2.Besluit van 17 oktober 2018, Stb. 2018, 370.