ECLI:NL:HR:2020:822
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen naheffingsaanslag belasting personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak heeft de Staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 juli 2018, waarin het hoger beroep van belanghebbende, [X] V.O.F. te [Z], werd behandeld. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen die aan belanghebbende was opgelegd. De Hoge Raad heeft op 30 april 2020 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, onder nummer 18/03772.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het middel dat door de Staatssecretaris was voorgesteld, faalde op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van de Hoge Raad in de zaak met nummer 18/02168. Dit arrest is aan het huidige arrest gehecht als geanonimiseerd afschrift. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.E. van Hilten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 1 mei 2020. Tevens is er een griffierecht van € 508 opgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën.