ECLI:NL:HR:2020:698
Hoge Raad
- Cassatie
- G. de Groot
- J.A.C.A. Overgaauw
- J. Wortel
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- P.A.G.M. Cools
- Rechtspraak.nl
Cassatie over informatieplicht en evenredigheidsbeginsel in belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 april 2019, waarin het Hof oordeelde over de rechtmatigheid van informatiebeschikkingen die aan belanghebbende waren gegeven door de Inspecteur. Deze informatiebeschikkingen waren gericht op het verkrijgen van gegevens over de belastingplicht van belanghebbende in Nederland voor de jaren 2009 tot en met 2012. Belanghebbende had een deel van de gevraagde informatie niet verstrekt, wat leidde tot de informatiebeschikkingen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de vraag behandeld of de Inspecteur voldoende aanwijzingen had om de informatieverzoeken te doen en of deze verzoeken in overeenstemming waren met het evenredigheidsbeginsel. Het Hof had geoordeeld dat de Inspecteur voldoende aanwijzingen had dat belanghebbende belastingplichtig kon zijn in Nederland, en dat de informatieverzoeken niet in strijd waren met het evenredigheidsbeginsel, behalve voor bepaalde documenten die niet relevant waren voor de belastingplicht. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en het beroep in cassatie ongegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft tevens bepaald dat belanghebbende een termijn van vier weken krijgt om alsnog te voldoen aan de informatiebeschikking. De uitspraak benadrukt het belang van de informatieplicht van belastingplichtigen en de rol van de Inspecteur in het verkrijgen van relevante informatie voor belastingheffing.