Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2. Tenlastelegging, bewezenverklaring, bewijsvoering en motivering van de partiële vrijspraak
zij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 11 mei 2017 tot en met 6 november 2017 te Ede, althans in Nederland,
immers heeft verdachte:
(winkeldiefstal 11 mei 2017 – het Kruidvat aan de [a-straat 1] te Ede)
- die [betrokkene 2] vervoerd en/of overgebracht naar het Kruidvat aan de [a-straat] , althans het winkelgebied te Ede en/of
- aldaar een doosjes scheermesjes (ter waarde van 35 euro) uit het schap gepakt en in de handen gedrukt van die [betrokkene 2] en/of
- (vervolgens) die [betrokkene 2] daarmee de winkel uit laten rennen zonder die scheermesjes ter betaling aan te bieden
en/of
(winkeldiefstal 5 augustus 2017 – Mediamarkt aan de [b-straat 1] te Ede)
- die [betrokkene 1] vervoerd en/of overgebracht naar de Mediamarkt aan de [b-straat 1] , althans het winkelgebied te Ede en/of
- aldaar die [betrokkene 1] elektronica (een kabel) uit het schap laten pakken en/of
- die [betrokkene 1] daarmee de kassa laten passeren zonder deze elektronica ter betaling aan te bieden
en/of
(winkeldiefstal 27 augustus 2017 – Mediamarkt aan de [b-straat 1] te Ede)
- die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] vervoerd en/of overgebracht naar de Mediamarkt aan de [b-straat] , althans het winkelgebied te Ede en/of
- die [betrokkene 1] aldaar twee I-pods laten pakken vanaf de computerbalie terwijl zij, verdachte zich ophield in het gangpad naast die computerbalie en/of
- die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] die twee I-pods in het tasje van die [betrokkene 2] liet(en) stoppen en/of daarmee de kassa lieten passeren zonder deze ipods ter betaling aan te bieden;
en/of
(winkeldiefstal 6 november 2017 – Albert Heijn aan de [c-straat 1] te Ede)
- die [betrokkene 1] vervoerd en/of overgebracht naar de Albert Heijn aan de [c-straat 1] , althans het winkelgebied te Ede en/of
- aldaar die [betrokkene 1] , haar, verdachtes boodschappentas, laten vullen met levensmiddelen (ter waarde van 83,81 euro) en/of
- zich samen met die [betrokkene 1] naar de kassa begeven en/of die gevulde boodschappentas overgedragen aan die [betrokkene 1] zonder deze levensmiddelen bij de kassa ter betaling aan te bieden;
- bij bovengenoemde diefstallen misbruik gemaakt van de vertrouwens- en gezagsrelatie ten opzichte van die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] en/of
- misbruik gemaakt van de volgzaamheid en/of meegaandheid van die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] en/of
- die [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] binnen de afhankelijkheidsrelatie van oma en kleinkind respectievelijk moeder en kind op een dwingende en/of indringende en/of sturende wijze verbale en/of non-verbale instructies gegeven gericht op het ontvreemden van goederen en/of aldus aangezet en/of gedwongen tot diefstal, door bijvoorbeeld die [betrokkene 2] naar het rek te duwen waarin de scheermesjes lagen;
- terwijl verdachte de ouder en/of grootouder en/of verzorger en/of begeleider is van die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] ;
Ten aanzien van de vraag wanneer er sprake is van een uitbuitingssituatie in gevallen waarin kinderen worden gebruikt om (winkel)diefstallen te plegen heeft dit hof in een soortgelijke zaak overwogen dat het eenmalig inzetten van kinderen voor het plegen van winkeldiefstallen (waarbij geen sprake is van het gebruik van dwangmiddelen) onvoldoende is om te kunnen spreken van een uitbuitingssituatie. Pas in gevallen waarbij kinderen vaker/stelselmatig worden ingezet voor het plegen van winkeldiefstallen kan uitbuiting bewezen worden. In dat geval kan immers gesteld worden dat financieel van de kinderen wordt geprofiteerd ten koste van die kinderen in die zin dat dan (eerder dan wanneer het gaat om een enkel incident) gesproken kan worden van pedagogische verwaarlozing. (vgl. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 februari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1971).
Op grond van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden is het hof met de rechtbank en de verdediging van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte [betrokkene 1] en [betrokkene 2] heeft uitgebuit dan wel ten opzichte van hen heeft gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Niet is gebleken dat verdachte de kinderen (bijvoorbeeld door te dreigen met geweld) onder druk heeft gezet om de winkeldiefstallen te plegen terwijl van andere noemenswaardige beperkingen voor de kinderen uit het dossier evenmin is gebleken. Nu het hof evenals de rechtbank slechts bewezen acht dat verdachte twee winkeldiefstallen heeft begaan, waarvan één met [betrokkene 1] en een ander door [betrokkene 2] , is het hof van oordeel dat op basis hiervan niet gesproken kan worden van de uitbuiting van [betrokkene 1] en/of de uitbuiting van [betrokkene 2] . Ten aanzien van het niet kunnen bewijzen van het oogmerk van uitbuiting geldt dat niet uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte van plan was haar kinderen vaker te laten stelen en/of dat zij de kinderen al eerder had laten stelen. Bovendien is uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen niet gebleken dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de gedragingen van [betrokkene 1] en/of van [betrokkene 2] .
Het vorenstaande betekent dat het hof de verdachte dient vrij te spreken van het onder 1 tenlastegelegde.”
3.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep van de verdachte
1°. degene die een ander door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen;
2°. degene die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
(...)
4°. degene die een ander met een van de onder 1° genoemde middelen dwingt of beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar te stellen dan wel onder de onder 1° genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt;
(...)
6°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander.
(...)
2. Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van bedelarij, slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten.
5.Beslissing
21 april 2020.