ECLI:NL:HR:2020:48
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen ingevolge de Participatiewet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 januari 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Steenbergen. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 2 april 2019, nr. 18/1440 PW, die betrekking had op een besluit van het college ingevolge de Participatiewet. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep in cassatie ontvankelijk was. De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat de partij die het beroep had ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang had bij het beroep of omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie konden leiden. Daarom heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2020.