ECLI:NL:HR:2020:352
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in bestuursrechtelijke zaak tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 februari 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbenden, [X1] en [X2], tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Het cassatieberoep was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 11 september 2019, waarin besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Werkloosheidswet aan de orde waren. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is genomen door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig. Dit arrest benadrukt de strikte toepassing van de ontvankelijkheidseisen in cassatieprocedures, vooral in bestuursrechtelijke zaken.