ECLI:NL:HR:2020:245
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake besluit Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z], België, tegen de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 26 september 2019, nr. 17/662 AOW, die betrekking had op een besluit van de Sociale Verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op 14 februari 2020.