ECLI:NL:HR:2020:2085

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
19/04390
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over uitleg van een contractueel beding volgens de Haviltexmaatstaf

In deze zaak heeft Woonstichting Joost, als rechtsopvolgster van Woningstichting Kleine Meierij, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 juni 2019. De zaak betreft de uitleg van een contractueel beding, waarbij de Hoge Raad de Haviltexmaatstaf toepast, zoals vastgelegd in de artikelen 3:33 en 3:35 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft de klachten van Woonstichting Joost over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van Woonstichting Joost verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 407,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris aan de zijde van de verweerder. Dit arrest is gewezen op 18 december 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/04390
Datum18 december 2020
ARREST
In de zaak van
WOONSTICHTING JOOST, als rechtsopvolgster onder algemene titel van WONINGSTICHTING KLEINE MEIERIJ,
gevestigd te Boxtel,
EISERES tot cassatie,
hierna: Woonstichting Joost,
advocaat: B.T.M. van der Wiel,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: J.H.M. van Swaaij.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/01/302401 / HA ZA 15-867 van de rechtbank Oost-Brabant van 9 maart 2016 en 9 november 2016;
de arresten in de zaak 200.213.483/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 10 april 2018, 23 oktober 2018 en 25 juni 2019.
Woonstichting Joost heeft tegen het arrest van het hof van 25 juni 2019 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Woonstichting Joost mede door J.H.G. Hordijk en voor [verweerder] mede door J.M. Moorman.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Woonstichting Joost in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 407,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren M.J. Kroeze, als voorzitter, H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
18 december 2020.