ECLI:NL:HR:2020:2084

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
19/05700
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opschorting betalingsverplichting en niet-nakoming verbintenis

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 september 2019. De zaak betreft een geschil over de opschorting van een betalingsverplichting en de vraag of er sprake is van niet-nakoming van een verbintenis door de wederpartij, EEN VEILIG GEVOEL B.V. (EVG). EVG is niet verschenen in de cassatieprocedure, waarop verstek is verleend. De advocaat van [eiseres], H.J.W. Alt, heeft de zaak toegelicht en gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in feitelijke instanties uiteengezet, waarbij verwezen wordt naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van EVG zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 18 december 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/05700
Datum18 december 2020
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
EEN VEILIG GEVOEL B.V.,
gevestigd te Hendrik Ido Ambacht,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: EVG,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak 5921194 \ CV EXPL 17-6455 \ 693 \ 456 van de kantonrechter te Arnhem van 15 maart 2017, 26 april 2017 en 20 december 2017;
de arresten in de zaak 200.231.636 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 februari 2018 en 17 september 2019.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof van 17 september 2019 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen EVG is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van EVG begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
18 december 2020.