Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
1 december 2020.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 15 mei 2019 is gewezen. De verdachte, geboren in 1965, was betrokken bij hasjtransporten vanuit Marokko naar België en Nederland, waarbij gebruik werd gemaakt van geprepareerde auto’s. De verdediging heeft in cassatie verschillende middelen voorgesteld, die door de advocaten R.J. Baumgardt en I.N. Weski zijn ingediend. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 1 december 2020.