Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
De hoofdelijke aansprakelijkheid van de tot een groep behorende personen die deze bepaling in het leven roept, leidt ertoe dat de benadeelde die ten gevolge van een gedraging in groepsverband schade heeft geleden ter verkrijging van volledige vergoeding daarvan ermee kan volstaan één van de tot de desbetreffende groep behorende personen aan te spreken.
Blijkens de wetsgeschiedenis voorziet de regeling van artikel 6:166 BW in een individuele aansprakelijkheid van tot een groep behorende personen (deelnemers) voor onrechtmatig vanuit de groep toegebrachte schade. De mate van betrokkenheid van de afzonderlijke deelnemers bij het onrechtmatig handelen is niet van belang. Deze individuele aansprakelijkheid vindt haar rechtvaardiging in een ieders bijdrage aan het in het leven roepen van de kans dat zodanige schade zou ontstaan. Zij vindt haar begrenzing in de eis dat de kans op het aldus toebrengen van schade hen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband. (Vgl. HR 2 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:2914.)
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
5.Beslissing
3 november 2020.