ECLI:NL:HR:2020:159
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak tegen Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen de Sociale Verzekeringsbank. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 september 2019, nr. 17/5148 AOW, die op zijn beurt weer voortvloeide uit een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 17/1491) betreffende een besluit van de Sociale Verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en gezien dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 31 januari 2020, waarbij de raadsheer J. Wortel als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools. De waarnemend griffier F. Treuren was ook aanwezig tijdens de uitspraak.