In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Montis c.s. en Klaver c.s. De zaak betreft een geschil over auteursrecht en de toepassing van de proceskostenveroordeling in het kader van intellectuele eigendom. Montis c.s., bestaande uit Montis Holding B.V. en Montis B.V., hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Klaver c.s., bestaande uit Stoffeerderij Klaver Design B.V., Stoffeerderij Klaver B.V. en Klaver Beheer B.V., hebben een verweerschrift ingediend.
De Hoge Raad heeft de klachten van Montis c.s. over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft Montis c.s. in de proceskosten verwezen, waarbij Klaver c.s. vergoeding van de kosten in cassatie hebben gevorderd op basis van de Indicatietarieven in IE-zaken. De Hoge Raad heeft het gevorderde bedrag aan kosten toegewezen, omdat dit onder het maximum indicatietarief ligt.
De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat het beroep van Montis c.s. wordt verworpen en dat zij worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 885,25 aan verschotten en € 14.807,74 voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.