In deze zaak heeft Liro B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Wehkamp B.V. heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van Liro over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het principale beroep van Liro verworpen en Liro veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Wehkamp zijn begroot op € 6.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien Liro deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft betaald. Het arrest is gewezen op 25 september 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.