3.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Eenheid Rotterdam, nummer PL1700-2015442482-1, met bijlagen, opgemaakt en op 17 december 2015 te 03:30 uur ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , voor zover inhoudende als de tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van de aangever [aangeefster] :
Mijn vriend is genaamd: [aanvrager] . Vandaag, 16 december 2015, was ik bij mijn vriend op bezoek op de [a-straat 1] te [plaats] .
Hij heeft mij echt helemaal in elkaar getrapt en geslagen. Hij heeft vooral getrapt. Hij heeft mij de hele woonkamer doorgeslagen. Ik probeerde weg te kruipen om de klappen te ontwijken. Ik heb op de grond gestampt om de aandacht te trekken van de buren. Ik heb ontzettend veel pijn aan mijn rechterarm, mijn gezicht en eigenlijk mijn hele lichaam. Op een gegeven moment ging de deurbel en werd er geklopt op de deur. Toen heb ik hard om hulp geroepen en kwam de politie binnen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Eenheid Rotterdam, nummer PL1700-2015442482-13, met bijlagen, opgemaakt en op 18 december 2015 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , voor zover inhoudende als de bevindingen verbalisant:
Op 18 december 2915 omstreeks 08:15 uur sprak ik telefonisch met de aangeefster [aangeefster] . In dit telefoongesprek verklaarde zij mij onder andere het volgende in woorden van gelijke strekking:
“Ik ben bont en blauw geslagen. Ik was in het IJsselland ziekenhuis geweest en daar mocht ik gauw weer weg. Ik had gisteren alleen nog zo'n pijn, dus ik ben naar het ziekenhuis Westeinde in Den Haag gegaan. Daar werden foto's gemaakt van mijn hand en uit die foto’s bleek dat mijn linkerhand is gebroken. Ik zit nu in het gips met mijn linkerarm. Ik kan niet slapen omdat alles pijn doet. Ik kan moeilijk ademen door de zwellingen in mijn neus en mond. Ik ben overal geslagen en geschopt. Op mijn armen, mijn schouders, mijn bovenbenen mijn heupen. Mijn lippen zijn gezwollen en blauw. Al het letsel is nu nog beter zichtbaar dan die avond dat ik in elkaar werd geslagen.”
3. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Eenheid Rotterdam, nummer PL1700-2015442482-3, met bijlagen, opgemaakt en op 17 december 2015 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voor zover inhoudende als de bevindingen verbalisanten of een van hen:
Op woensdag 16 december 2015, kregen wij verbalisanten de opdracht van het personeel van het operationeel commandocentrum van de politie-eenheid Rotterdam, te gaan naar de [a-straat 1] te [plaats] . In de woning zou gegil en “gestommel” worden gehoord. (...) Wij zagen dat de woning die meldster aanwees als de woning waar het gegil uit kwam, gelegen was op de tweede etage. Wij zagen dat deze woning het huisnummer [1] had. Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 3] , aangebeld en aangeklopt. Hierop kwam geen reactie.
Kort hierop hoorde ik, verbalisant [verbalisant 3] , vanuit deze woning een vrouwenstem “Help mij” roepen. Hierop hebben wij verbalisanten hard tegen de deur van de woning getrapt.
(...)
[aangeefster] verklaarde zojuist door [aanvrager] , die een geoefend kickbokser is, compleet in elkaar te zijn geslagen. Dit, omdat hij boos was geweest omdat zij voor haar verjaardag met een vriendin wat had gedronken in de stad. [aanvrager] zou zeker een half uur op haar hebben ingeslagen en geschopt. Zij was hierbij geraakt op alle plekken van haar lichaam. In de woning zagen wij op de bank, grond en matras grote hoeveelheden bloed liggen.
4. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Eenheid Rotterdam, nummer PL1700- 2015442482-7, met bijlagen, opgemaakt en op 17 december 2015 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , voor zover inhoudende als de bevindingen verbalisanten of een van hen:
Wij, zagen dat op de broek van [aanvrager] rood kleurige vlekken zaten. De vlekken zijn vermoedelijk bloed. Op de schoenen van [aanvrager] zaten eveneens rood kleurige vlekken.
Wij, zagen dat de knokkels van de rechter hand van [aanvrager] kapot waren en er opgedroogd bloed op zat.
4. Het ambtsedig proces-verbaal van de politie Eenheid Rotterdam, nummer PL1700- 2015442482-2, met bijlagen, opgemaakt en op 17 december 2015 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , voor zover inhoudende als de verklaring van de getuige [getuige 1] :
Wij zijn de onderburen. Ik lag te slapen met mijn man. Boven was het de hele avond al bezig. (...) Ik hoorde ineens herrie en gegil. Alsof er van alles door de kamer rolde. Ik hoorde ook een tweede stem. Het ging er zo hard aan toe dat wij besloten de politie te bellen.
5. De geneeskundige verklaring van de Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond (FARR), d.d. 15 februari 2016, betreffende [aangeefster] , opgemaakt door de arts M.M. Mulders, voor zover inhoudende:
S Informatie ontvangen van orthopedisch chirurg Bronovoziekenhuis over behandeling aldaar op 17-12-2015.
O Bloeduitstorting over de handwortelbeentjes links. Op röntgenonderzoek geen aanwijzingen voor breuken en/of standsafwijkingen.
E Ter pijnstilling werd gedurende 1 week een onderarmsgips gegeven.
P Bij ongecompliceerd beloop +/- 3 weken.”