ECLI:NL:HR:2020:1408
Hoge Raad
- Cassatie
- M.W.C. Feteris
- G. de Groot
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kansspelbelasting en de houder van een kansspel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de kansspelbelasting. De Staatssecretaris van Financiën had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 31 december 2018. De zaak betreft de vraag wie als houder van een kansspel moet worden aangemerkt, in het bijzonder in het kader van de Wet op de kansspelbelasting (Wet KSB) en artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Belanghebbende, die in 2014 in Nederland woonde, had deelgenomen aan online pokerspelen via PokerStars.eu en had kansspelbelasting op aangifte voldaan of nageheven gekregen. De discussie spitste zich toe op de vraag of de houder van de online kansspelen gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie.
Het Gerechtshof had geoordeeld dat Rational Gaming Europe Limited (RGEL), gevestigd op [Z], de houder van de online kansspelen is. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat het middel van de Staatssecretaris faalde. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had vastgesteld dat RGEL de organisator van de spelen is en dat de naheffingsaanslagen niet in strijd zijn met het Europese recht. Het incidentele beroep van belanghebbende werd verworpen, omdat dit niet strekte tot een gunstiger resultaat dan al voortvloeit uit de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 1.063,20 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de Staatssecretaris van Financiën is een griffierecht van € 519 opgelegd.