ECLI:NL:HR:2020:1285

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
19/02012
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over contractsoverneming en onrechtmatige daad in het onderwijs

In deze zaak heeft de Vereniging Onderwijshuisvesting Voortgezet Onderwijs Breda en Omstreken in Coöperatief Verband met Uitsluiting van Aansprakelijkheid (hierna: VO) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een geschil over contractsoverneming en onrechtmatige daad, waarbij VO in cassatie is gegaan tegen de beslissing van het hof. De Hoge Raad heeft de klachten van VO beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering hoeven geven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft in zijn beslissing VO veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 407,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien VO deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. De uitspraak is gedaan op 17 juli 2020 door de Hoge Raad der Nederlanden, Civiele Kamer, en is openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/02012
Datum17 juli 2020
ARREST
In de zaak van
VERENIGING ONDERWIJSHUISVESTING VOORTGEZET ONDERWIJS BREDA EN OMSTREKEN IN COÖPERATIEF VERBAND MET UITSLUITING VAN AANSPRAKELIJKHEID (U.A.),
gevestigd te Breda,
EISERES tot cassatie,
hierna: VO,
advocaat: M.B.A. Alkema,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk in enkelvoud: [verweerders],
advocaten: A.C. van Schaick en N.E. Groeneveld-Tijssens.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/01/296285/HA ZA 15-511 van de rechtbank Oost-Brabant van 24 februari 2016 en 25 januari 2017;
het arrest in de zaak 200.215.264/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 januari 2019.
VO heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van VO heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt VO in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 407,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien VO deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
17 juli 2020.