ECLI:NL:HR:2020:1268

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
8 juli 2020
Zaaknummer
19/02555
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de uitleg van polisvoorwaarden in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekering

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de uitleg van de polisvoorwaarden van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarbij de Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. als verweerder optreedt. Eiser heeft eerder in de feitelijke instanties, waaronder de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, zijn standpunt naar voren gebracht. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank van 13 januari 2016 en 5 oktober 2016, alsook naar het arrest van het hof van 26 februari 2019. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. In de beslissing heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/02555
Datum10 juli 2020
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J. van Weerden,
tegen
NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., rechtsopvolgster van Delta Lloyd Schadeverzekering N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Delta Lloyd,
advocaten: B.T.M. van der Wiel en N.T. Dempsey.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/13/596599 / HA ZA 15-997 van de rechtbank Amsterdam van 13 januari 2016 en 5 oktober 2016;
het arrest in de zaak 200.207.610/01 van het gerechtshof Amsterdam van 26 februari 2019.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Delta Lloyd heeft een verweerschrift tevens schriftelijke toelichting ingediend.
Daarin is de zaak voor Delta Lloyd toegelicht door haar advocaten en mede door J.R.T. Bouma.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Delta Lloyd begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
10 juli 2020.