ECLI:NL:HR:2020:1188
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak tegen de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden, [X1] te [Z1] en [X2] te [Z2], tegen de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Het beroep in cassatie is gericht tegen de uitspraak van het Centrale Raad van Beroep van 28 november 2019, waarin de hoger beroepen van belanghebbenden tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Den Haag zijn behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en gezien dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 3 juli 2020, waarbij de raadsheer J. Wortel als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools. De waarnemend griffier F. Treuren was ook aanwezig tijdens de uitspraak.