ECLI:NL:HR:2019:998

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 juni 2019
Publicatiedatum
20 juni 2019
Zaaknummer
18/02348
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding wegens gebrekkige advisering door makelaar bij bemiddeling huur bedrijfsruimte

In deze zaak heeft Rappange Makelaardij B.V. (hierna: Rappange) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een schadevergoeding wegens gebrekkige advisering door een makelaar bij de bemiddeling van een huurcontract voor bedrijfsruimte. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 23 december 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2993) en het arrest van het gerechtshof Den Haag van 27 februari 2018. Rappange heeft in cassatie de klachten aangevoerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Rappange wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Torn zijn begroot op € 6.662,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is gewezen op 21 juni 2019 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/02348
Datum21 juni 2019
ARREST
In de zaak van
RAPPANGE MAKELAARDIJ B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Rappange,
advocaat: mr. D. Rijpma,
tegen
TORN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Torn,
advocaat: mr. J.P. Heering.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest in de zaak 15/04699, ECLI:NL:HR:2016:2993, van 23 december 2016;
b. het arrest in de zaak 200.213.492/01 van het gerechtshof Den Haag van 27 februari 2018.
Rappange heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Torn heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Rappange heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Rappange in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Torn begroot op € 6.662,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
21 juni 2019.