ECLI:NL:HR:2019:99

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 januari 2019
Publicatiedatum
24 januari 2019
Zaaknummer
17/02478
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake belastingfraude en valsheid in geschrift met valse vluchtfacturen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 mei 2017 is gewezen. De verdachte, geboren in 1952 in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea, is aangeklaagd voor belastingfraude en valsheid in geschrift, waarbij valse vluchtfacturen en een Luxemburgse bankrekening een rol spelen. De zaak is een vervolg op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2012:BX6917) die betrekking had op een bezwaarschriftprocedure. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat J. Kuijper middelen van cassatie heeft voorgesteld. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de raadsvrouwe schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Op 29 januari 2019 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

29 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/02478
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 17 mei 2017, nummer 21/005163-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (voormalig Nederlands Nieuw-Guinea) op [geboortedatum] 1952.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 januari 2019.