ECLI:NL:HR:2019:83

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 januari 2019
Publicatiedatum
21 januari 2019
Zaaknummer
18/00062
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake winkeldiefstallen en motivering strafoplegging

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 januari 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 1 september 2017 werd gewezen. De zaak betreft een verdachte die was veroordeeld voor winkeldiefstallen, zoals bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen de veroordeling, waarbij de advocaat B.H.S. Brinkman namens hem een middel van cassatie heeft voorgesteld. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Gerechtshof heeft bevestigd en het beroep van de verdachte heeft verworpen.

De uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

22 januari 2019
Strafkamer
nr. S 18/00062
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 1 september 2017, nummer 20/003127-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.H.S. Brinkman, advocaat te Heerlen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 januari 2019.