ECLI:NL:HR:2019:662

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 april 2019
Publicatiedatum
23 april 2019
Zaaknummer
18/01104
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensenhandel, afpersing en diefstal met valse sleutels

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 19 juli 2017 is gewezen. De verdachte, geboren in 1990, heeft cassatie ingesteld tegen de veroordeling voor medeplegen van mensenhandel, afpersing en diefstal met valse sleutels. De advocaten N. van Schaik en S.D. Groen hebben namens de verdachte middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Procureur-Generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 23 april 2019 het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

23 april 2019
Strafkamer
nr. S 18/01104
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 19 juli 2017, nummer 23/000037-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben N. van Schaik en S.D. Groen, beiden advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Procureur-Generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadslieden hebben daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en \A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 april 2019.