ECLI:NL:HR:2019:5

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 januari 2019
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
17/01813
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en inbreuk op auteursrecht door misleidende communicatie

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 30 maart 2017 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1974. De verdachte werd beschuldigd van oplichting en inbreuk op het auteursrecht, waarbij hij een brief en acceptgirokaart verstuurde van een zogenaamd 'Kantoor voor Klanten'. Dit leidde tot verwarring bij de benadeelden, die dachten te maken te hebben met de Kamer van Koophandel. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat G. Spong, stelde middelen van cassatie voor, die door de Advocaat-Generaal E.J. Hofstee werden bestreden met de conclusie tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad vond plaats op 8 januari 2019, waarbij het beroep werd verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren V. van den Brink en J.C.A.M. Claassens, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

8 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/01813
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 30 maart 2017, nummer 21/001428-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 januari 2019.