ECLI:NL:HR:2019:1775
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake Participatiewet en gemeentelijke besluiten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2019 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] te [Z] tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 maart 2019. De zaak betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, genomen op basis van de Participatiewet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de belanghebbende klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep in cassatie, of dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en na gehoord te hebben de Procureur-Generaal, heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.