ECLI:NL:HR:2019:1705

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
18/02929
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doodslag op baby door schudden (shaken baby syndroom) en voorwaardelijk opzet op de dood

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 14 juni 2018 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1990. De verdachte is aangeklaagd voor doodslag op een baby, waarbij het zogenaamde 'shaken baby syndroom' aan de orde is. De Hoge Raad heeft op 5 november 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 18/02929.

Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, die zich liet bijstaan door advocaten R.J. Baumgardt en P. van Dongen. In de schriftelijke verdediging werd een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel geen rechtsvragen opriep die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en verwerpt het cassatieberoep van de verdachte. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/02929
Datum5 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 14 juni 2018, nummer 21/006354-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 november 2019.