ECLI:NL:HR:2019:1441

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2019
Publicatiedatum
26 september 2019
Zaaknummer
18/02779
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen rolbeslissingen en arrest van het gerechtshof inzake procesrecht en ontvankelijkheid

In deze zaak hebben de eiseressen, gezamenlijk aangeduid als Sealink c.s., cassatie ingesteld tegen de rolbeslissingen van 20 november 2017 en 19 december 2017, alsook tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 27 maart 2018. De eiseressen zijn vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. H.J.W. Alt. De verweerder in cassatie, ASR Schadeverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, heeft een verweerschrift ingediend, vertegenwoordigd door mr. D.M. de Knijff. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot niet-ontvankelijkheid van Sealink c.s. in hun cassatieberoep tegen de rolbeslissing van 20 november 2017 en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.

De Hoge Raad heeft op 27 september 2019 uitspraak gedaan. De raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh hebben de zaak beoordeeld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Sealink c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ASR zijn begroot op € 6.662,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/02779
Datum27 september 2019
ARREST
In de zaak van
1. SEALINK LTD.,
gevestigd te Londen , Verenigd Koninkrijk,
2. [eiser 2] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Sealink c.s.,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
tegen
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht ,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ASR ,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/14/155716 / HA ZA 14-242 van de rechtbank Noord-Holland van 23 september 2015;
b. de rolbeslissingen en arresten van het gerechtshof Amsterdam in de zaken 200.182.082/01 en 200.183.598/01 van 20 december 2016, 20 november 2017 (rolbeslissing), 19 december 2017 (rolbeslissing) en 27 maart 2018.
Sealink c.s. hebben tegen de rolbeslissingen van 20 november 2017 en 19 december 2017 en het arrest van het gerechtshof van 27 maart 2018 beroep in cassatie ingesteld. ASR heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot niet-ontvankelijkheid van Sealink c.s. in hun cassatieberoep tegen de rolbeslissing van 20 november 2017 en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.
De advocaat van Sealink c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Sealink c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan
de zijde van ASR begroot op € 6.662,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
27 september 2019.