ECLI:NL:HR:2019:1403

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2019
Publicatiedatum
19 september 2019
Zaaknummer
18/05142
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen aanslag precariobelasting door VOF [X] tegen gemeente Valkenburg aan de Geul

In deze zaak heeft de VOF [X] beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 1 november 2018, waarin het hoger beroep van de belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg werd behandeld. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de precariobelasting voor het jaar 2015. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij werd aangegeven dat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het arrest is uitgesproken op 20 september 2019 door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer18/05142
Datum20 september 2019
ARREST
in de zaak van
VOF [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het
college van burgemeester en wethouders van deGEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 1 november 2018, nr. 17/00599, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. ROE 16/492) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de precariobelasting.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2019.