Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
19 juli 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft betrokkene, die verzocht om een voorwaardelijke machtiging, cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 22 november 2018. De rechtbank had het verzoek van de officier van justitie om een voorwaardelijke machtiging te verlenen, toegewezen na een mondelinge behandeling die plaatsvond voor een enkelvoudig behandelend rechter. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank niet de vereiste procedure heeft gevolgd, aangezien de beschikking is gegeven door een meervoudige kamer zonder dat betrokkene door deze kamer is gehoord. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat als een zaak door een meervoudige kamer wordt beslist, de mondelinge behandeling in beginsel dient plaats te vinden ten overstaan van de rechters die de beslissing zullen nemen. De rechtbank had betrokkene de gelegenheid moeten geven om te verzoeken om een (hernieuwde) behandeling door de meervoudige kamer. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst de zaak terug voor verdere behandeling.