Uitspraak
gevestigd te Velsen-Noord,
gevestigd te Saint-Denis, Frankrijk,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
19 juli 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Tata Steel IJmuiden B.V. (hierna: Tata Steel) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een vordering tot verklaring voor recht van niet-inbreuk op een Europees octrooi voor staalplaat. Tata Steel betwistte de inbreuk op het octrooi en stelde dat het hof zijn oordeel niet mocht baseren op Japanse octrooien, waarvan geen vertaling was overgelegd. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar de relevante artikelen van het Europees Octrooi Verdrag (EOV) en het Uitlegprotocol, en naar de 'function-way-result-test' die eerder is toegepast in de zaak Bayer/Sandoz (ECLI:NL:HR:2016:196). De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van Tata Steel niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Tata Steel verworpen en Tata Steel veroordeeld in de proceskosten van ArcelorMittal, die zijn begroot op € 50.982,12, inclusief verschotten. Het arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann en de raadsheren G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff.