Het arrest van het Hof houdt onder meer het volgende in:
“Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het subsidiair 1e en 2e alternatief/cumulatief ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, waarbij bijzondere voorwaarden zijn opgelegd als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Voorts is de tenuitvoerlegging van de onder parketnummer
09-818579-16 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gelast.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
(...)
Het vonnis waarvan beroep
Het hof is van oordeel dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, zodat het vonnis waarvan beroep - ook met toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht - met overneming van gronden behoort te worden bevestigd, behalve voor wat betreft de opgelegde straf nu deze straf is opgelegd in verschillende eenheden.
Aangezien de verdachte na de datum waarop het door de eerste rechter bewezen verklaarde feit gepleegd is opnieuw tot straf is veroordeeld, zal het hof de in het vonnis waarvan beroep aangehaalde wetsartikelen aanvullen met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve met de aanvulling als voormeld te worden bevestigd en het moet voor wat betreft de opgelegde straf worden vernietigd en in zoverre moet opnieuw worden rechtgedaan.
(...)
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 (zes) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich te melden bij de reclassering Leger des Heils aan de Conradkade 53-54 te Den Haag en dat zo vaak zal blijven doen als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zal meewerken aan de intake voor verblijf in een voorziening voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en dat, indien een voorziening wordt toegewezen, de veroordeelde vanaf een later te bepalen datum zal verblijven in die (nog nader te bepalen) instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze in overleg met de reclassering heeft opgesteld.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zal deelnemen aan een door de reclassering aan te wijzen Cognitieve Vaardighedentraining (CoVa) en dat hij deze zal volgen ter verbetering van zijn vaardigheden.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep - met in achtneming van het hiervoor overwogene - voor het overige.”