ECLI:NL:HR:2018:991

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2018
Publicatiedatum
25 juni 2018
Zaaknummer
16/05315
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van arrest wegens onvoldoende wetenschap van ongeldig rijbewijs

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 juni 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor het rijden terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, in strijd met artikel 9.2 van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte had echter betoogd dat hij niet op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De Hoge Raad oordeelde dat de enkele verzending van de ongeldigverklaring per aangetekende brief naar het GBA-adres van de verdachte onvoldoende was om te concluderen dat hij daadwerkelijk wist dat zijn rijbewijs ongeldig was. De Hoge Raad volgde de conclusie van de Advocaat-Generaal, die had gepleit voor vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof en wees de zaak terug, zodat deze opnieuw kon worden berecht. Dit arrest benadrukt het belang van voldoende bewijs voor de wetenschap van de verdachte omtrent de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs.

Uitspraak

26 juni 2018
Strafkamer
nr. S 16/05315
ARA/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 20 oktober 2016, nummer 21/000507-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C. Verrillo, advocaat te Denekamp, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2.1.
Het middel klaagt over de bewezenverklaring voor zover inhoudende dat de verdachte "wist" dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
2.2.
Het middel slaagt op de in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.8 en 3.10 vermelde gronden.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 juni 2018.