ECLI:NL:HR:2018:989

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2018
Publicatiedatum
25 juni 2018
Zaaknummer
17/03106
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in strafzaak betreffende moord en brandstichting op camping

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor moord en brandstichting. De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte heeft op een camping een chalet in brand gestoken, terwijl een jonge vrouw zich daarin bevond. De Hoge Raad behandelt verschillende klachten van de verdachte, waaronder het daderschap bij het feitelijk stichten van de brand, de bewijsvoering die volgens de verdachte innerlijk tegenstrijdig zou zijn en in strijd met de onschuldpresumptie, en de bewijsklacht met betrekking tot opzet op het leven van het slachtoffer. Daarnaast wordt er geklaagd over de voorbedachte raad en de afwijzing van een verzoek tot nader sporenonderzoek. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep op 26 juni 2018.

Uitspraak

26 juni 2018
Strafkamer
nr. S 17/03106
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 12 april 2017, nummer 21/007206-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G.W.L.A.M. Koppen, advocaat te Eindhoven, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 juni 2018.